Zes pijlers om onbegrepen gedrag te verklaren
Het vinden van oorzaken van onbegrepen gedrag bij bewoners en het beïnvloeden daarvan is niet gemakkelijk. Maar het kan! Ook in situaties die niet te doorbreken lijken, zijn er manieren om tot een oplossing te komen. Gerben Bergsma, verpleegkundige en gespecialiseerd in probleemgedrag en teams, geeft een aantal uitgangspunten en handvatten voor het omgaan met onbegrepen gedrag in verpleeghuizen. ‘Pas als je het gedrag kunt verklaren, kun je op zoek naar manieren om onbegrepen gedrag te veranderen.’
Gerben Bergsma schreef het boek ‘De Nooduitgang’ en was gastspreker op de studiedag ‘Omgaan met complex gedrag’ van StudieArena.
Onmacht en interventies
Als een situatie onveranderbaar lijkt, zijn er een paar standaardmanieren waarop vaak wordt gereageerd door zorgverleners die zich onmachtig voelen:
- Demoniseren: “deze bewoner was vroeger al een lastig mens”
- Mystificeren: “Dit hebben we nog nooit meegemaakt”
- Diskwalificeren: ‘schrijf eindelijk eens een pil voor die werkt of geef toch eens een advies waar we wat aan hebben…”
Als een situatie onveranderbaar lijkt, grijpt men vaak terug op interventies die juist de onmacht aantonen: isoleren, fixeren, sederen en deporteren/verplaatsen. Het zijn juist deze interventies die vaak weer tot nieuwe problemen leiden. De kunst is juist op zoek te gaan naar de oorzaak van problemen. Pas als die doorgrond kan worden, kan verandering bewerkstelligd worden.
Zes pijler onder een aardige dag
Een bruikbare manier om erachter te komen waar de oorzaak van onbegrepen gedrag ligt, is te kijken naar de zes pijlers onder een aardige dag die Bergsma onderscheidt:
- Fysieke gesteldheid/ADL (geen pijn, eten en drinken, etc.)
- Contact (verbinding met anderen)
- Activiteiten (leuk/zinvol)
- Perspectief (heeft het een doel wat ik doe, leidt het ergens toe?)
- Zelfbepaling (heb ik invloed op mijn omgeving en behandeling?)
- Zelfwaardering (mijn leven is de moeite waard)
Onbegrepen gedrag is dan vaak het gevolg van een tekort op een of meer van deze pijlers. En als er een tekort is op een van die pijlers, raken de andere vaak ook ondermijnd. In de meeste verpleeghuizen gaat de primaire aandacht en zorg uit naar de eerste pijler: het fysieke welbevinden. Voor de andere pijlers is er minder aandacht.
Wie onbegrepen gedrag wil begrijpen, kan beginnen met een snelle screening op deze zes pijlers. In veel gevallen zal blijken dat een tekort op een of meerdere pijlers de oorzaak is van het onbegrepen gedrag en dat gerichte interventies daarop dat kunnen beïnvloeden. ‘Houd er wel rekening mee dat er geen snelle oplossingen zijn bij onbegrepen gedrag’, zegt Gerben Bergsma. ‘Er is vaak langdurige ondersteuning nodig om de balans bij de bewoner te herstellen. Oplossingen moeten duurzaam zijn. Een middagje zinvolle activiteiten doen, is niet genoeg om iemands eigenwaarde te herstellen. Het gaat om structurele veranderingen en verbeteringen in iemands leefsituatie, bijvoorbeeld door iemand structureel een rol aan te bieden, of consequent aandacht te geven aan een bepaalde actviteit.’
Wie is de cliënt?
Ieder mens heeft een eigen manier om zich staande te houden in het leven. Om beter te kunnen omgaan met complex gedrag in het verpleeghuis is het zaak dat je de bewoner goed kent. Bergsma gebruikt het model van ‘Centrale Rollen’ om de manier waarop mensen in het leven staan te typeren. Enkele voorbeelden van Centrale Rollen: Beweger, Maker, Sorteerder, Onderzoeker, Verzamelaar, Zorger, Observator, Strijder.
Om aan de weet te komen hoe iemand in het leven staat, is het zaak hem/haar écht te leren kennen. Dat kan door in gesprek te gaan met de bewoner zelf, maar ook met familie en naasten. ‘Ieder mens verkeert in een beperkt aantal veel voorkomende gemoedstoestanden, met bijbehorende gedragspatronen die onder specifieke omstandigheden optreden’, aldus Gerben Bergsma. ‘Complexgedrag is vaak te herleiden tot die gemoedstoestanden.’
(Bron: Waardigheid en Trots, auteur Paul van Bodengraven)