'Koffie zetten is ook bewegen'

9 januari 2017 'Koffie zetten is ook bewegen'

Interview Nederlands Dagblad met Jeroen Meeder, directeur StudieArena:

Ouderen actief houden en in beweging krijgen is belangrijk, maar het schiet er vaak bij in, ziet Jeroen Meeder, directeur van StudieArena het centrum voor kennisuitwisseling in de langdurige zorg. Maandag 27 juni 2016 werd daar over doorgepraat tijdens het congres ‘bewegen en activeren in de ouderenzorg’.

1. Waarom zouden ouderen meer moeten bewegen?

‘Ouderen die meer bewegen, hebben meer spierkracht en een betere conditie. En even belangrijk als bewegen, is dat ze worden uitgedaagd om actief te blijven, zowel lichamelijk als geestelijk. Daardoor blijven ze langer zelfredzaam en zijn ze minder afhankelijk van de zorg. Niet bewegen en inactiviteit heeft juist een slechte invloed op zowel de lichamelijke conditie als het brein. De risico op complicaties nemen toe als je iemand de hele dag in een stoel laat zitten.’

2. Hoe is het gesteld met beweging in de ouderenzorg?

‘Er zijn verpleeghuizen die heel goed bezig zijn, en bij elke bewoner afzonderlijk kijken wat die kan en nodig heeft. In de ouderenzorg, vooral de verpleeghuizen, is duidelijk de trend te zien dat er gestreefd wordt naar meer behoud van zelfredzaamheid rond dagelijkse activiteiten. Dat is positief, maar er valt nog wel veel winst te behalen. Er zijn ook verpleeghuizen waar schrikbarend weinig wordt bewogen. Daar zitten ze vast in een systeemgericht denken, waarbij ze werken met vaste activiteiten op vaste tijden. Daar gaan ze met de hele afdeling naar de fysiotherapie om aan hun beweeguren te komen. Dat is heel efficiënt, maar de vraag is of het effectief is.’

3. Hoe moet personeel van verpleeghuizen ouderen in beweging krijgen?

‘Door op de afdelingen van verpleeghuizen bewegingsactiviteiten te laten aansluiten bij de dagelijkse activiteiten van de individuele bewoner. Als een verzorgende niet de tillift gebruikt om iemand uit bed te halen, maar diegene stimuleert en helpt zelf uit bed te komen, heb je al een vorm van beweging. Dat geldt ook voor andere dagelijkse activiteiten als aankleden, koffiezetten en tandenpoetsen. Het is goed voor de eigen waarde van kwetsbare ouderen om niet alle regie bij hen vandaan te halen. Bedenk zelf maar hoe je het zou vinden als iemand jou uit bed tilt en koffie voor je zet. Dat vind je de eerste dag misschien nog heerlijk, maar na twee dagen zeg je: dat kan ik zelf wel. Het is jammer als de capaciteiten die iemand heeft onvoldoende worden benut.

4. Moet het roer om bij personeel in verpleeghuizen?

‘Ze moeten van de rol van verzorger naar de rol van ondersteuner en goed kijken wat een bewoner nog kan. Ouderen die naar een verpleeghuis gaan, hoeven niet ineens volledig verzorgd te worden. Voor verzorgenden is het moeilijk die omslag te maken. Ze hebben voor dat vak gekozen, omdat ze voor mensen willen zorgen. Familie speelt ook een belangrijke rol bij het actief houden van hun vader of moeder. Als iemand zelf koffie kan zetten, dan moet je dat niet voor hem doen. En als je op visite gaat, kun je ook voorstellen samen boodschappen te gaan doen en samen te gaan koken. Een mooie gelegenheid om voor zover mogelijk contact te maken.’

5. Wat doet beweging en activatie met de stemming van ouderen?

‘Naast dat bewegen goed is voor de fysieke gesteldheid heeft het ook positieve effecten op de stemming van mensen. Met bewegingsactiviteiten kun je veel gedragsproblemen te lijf gaan bij bijvoorbeeld mensen met dementie. Als die willen wandelen, en je houdt ze tegen, word je eerder geconfronteerd met schreeuwen, slaan en storend gedrag. Als verzorgende heb je het dan heel zwaar op zo’n groep. Geef je bewoners de mogelijkheid een bepaald parcours af te leggen, bijvoorbeeld rond het verpleeghuis, dan zul je zien dat dat gedrag in positieve zin verandert. Activeren kan ook op andere manieren, bijvoorbeeld door muziek. Daarmee kun je het brein van mensen met dementie zo stimuleren dat ze daarna veel beter uit hun woorden komen en een actievere houding hebben. Opnieuw een mooi middel om in gesprek te komen met je vader of moeder.’

6. Wat houdt verpleeghuizen tegen om bewoners in beweging te zetten?

‘Bewoners activeren betekent soms ook risico’s durven nemen. Stel dat een verzorgende op de afdeling het eten kookt, mogen bewoners daar dan bij helpen? Kun je hen de aardappelen laten schillen of met een scherp mes de groenten laten snijden? En stel dat je mensen met dementie meer ruimte geeft om te gaan wandelen. Mogen ze dan zelfstandig een rondje buiten lopen? En tot waar dan? Dat levert enorme discussies op in verpleeghuizen. Terwijl er best mogelijkheden zijn. Je kunt een bewoner een polsbandje met gps geven, zodat personeel kan zien waar hij is. Of je kunt als verzorgende een keer een route met een oudere lopen, en daarbij zoeken naar duidelijke markeringspunten zodat ze daarna zelfstandig een route kunnen lopen. Dat geeft bewoners een enorme vrijheid. Het feit dat zelfs mensen met dementie nog iets nieuws is te leren is hierbij vaak een eyeopener voor de familie en zorgverleners’.

7. Wat is de eerste stap die moet worden gezet?

‘Het begint bij de visie van organisaties voor ouderenzorg. Zij moeten uitspreken dat activatie van ouderen belangrijk is en moeten bereid zijn daarin te investeren. Ondertussen kunnen verzorgenden zelf al beginnen met het organiseren van beweegactiviteiten. Bijvoorbeeld door bewegings- of activatieoefeningen voor het eten, als ouderen allemaal aan tafel zitten. En misschien kunnen ze wel een beweegweek organiseren. Denk ook eens aan het betrekken van de tuin. Niets leuker dan actief zijn in een moestuin of een wandelingetje langs de vlinderstruiken’.

Bron: Nederlands Dagblad