
17-04-2023 Congresparade Dag van de Activiteitenbegeleiding - Kontakt der Kontinenten
In de zorgvisie van ASVZ staat hun kijk op zorg aan mensen met een verstandelijke beperking verwoord. Maar hoe vertaal je de mooie woorden in die visie naar de dagelijkse praktijk? Orthopedagogen Gerieke van Kruijl en Cathelijn Oudshoorn hebben samen met sectormanagers Jelle Wenniger en Ricco de Klerk een visiedocument geschreven waarin een vertaalslag wordt gemaakt van de zorgvisie naar de zorg voor mensen met ernstige verstandelijke en/of meervoudige beperkingen (EVMB).
Uitgangspunt van beeldvorming is het ontwikkelingsdenken. Door gesprekken en observaties wordt bepaald vanuit welke ontwikkelingsfase een cliënt de wereld beleeft. Er zijn drie fases: de sensatiefase, de klikfase en de begrijpfase. In de sensatiefase ondergaat iemand prikkels en ervaart die als prettig of vervelend. In de klikfase komt er een aspect bij, er worden koppelingen, klikjes, gemaakt. Er ontstaan verwachtingen. Als de koffiekan op tafel staat, gaan we koffie drinken. Tenslotte leert iemand in de begrijpfase hoe en waarom dingen gebeuren.
LACCS
Goed leven voor EVMB-cliënten komt tegemoet aan de menselijke behoeftes van cliënten. Hierbij zijn vijf gebieden belangrijk. Lichamelijk welbevinden, alertheid, contact, communicatie en stimulering, oftewel LACCS. Je praat over goed leven als al deze vijf gebieden aandacht hebben en ontwikkeld zijn. Dit betekent dat er niet alleen gekeken wordt naar de lichamelijke gesteldheid, de gezondheid, maar dat er ook aandacht is voor die andere gebieden. Alertheid betekent de mate waarin iemand in staat is zijn aandacht te kunnen richten en prikkels te kunnen verwerken. Via contact merk je dat we niet los van elkaar leven, maar dat we ons met elkaar verbonden voelen en bij elkaar betrokken zijn. Het is belangrijk dat we gehoord en begrepen worden en dat we weten wat er bedoeld wordt. Dat is communicatie. Als laatste is er de stimulering. Kwaliteit van leven heeft alles te maken met zinvolle en stimulerende tijdsbesteding. Uitdaging, betrokken worden bij dagelijkse werkzaamheden, de kans hebben je te ontwikkelen.
Alert
Deze visie op Goed leven is niet wezenlijk anders, maar verscherpt wel de blik. Met name de focus op alertheid is nieuw voor begeleiders. Het ontwikkelingsdenken helpt hen te zoeken naar hoe de cliënt de wereld beleeft en wat hij of zij nodig heeft. Het zorgt voor nieuwe inzichten. Het is bijvoorbeeld heel normaal om na dagactiviteiten even op de woning uit te rusten. Als deze rusttijd te lang duurt, kan iemand in de sensatiefase steeds minder alert worden, laag alert. Het is belangrijk hier oog voor te hebben. Begeleiders moeten er niet te snel van uitgaan dat de cliënt moe is wanneer hij in slaap valt. Hij kan ook te weinig prikkels krijgen.
Handbereik
Cliënten worden betrokken bij het dagelijkse leven op de woning. Ze gaan mee de keuken in als er eten gekookt wordt, mogen proeven, vasthouden. Een ui wordt niet op het aanrecht gesneden maar op het rolstoelblad. Ze helpen mee de vaatwasser in en uit te ruimen. Doen zelf hun slab in de wasmand. De rolstoel wordt niet zomaar ergens neergezet, maar de cliënt krijgt een gerichte prikkel aangeboden. Soms zijn de veranderingen nauwelijks zichtbaar, maar ze zijn er wel. Goed leven is binnen handbereik voor iedereen.
Op 4 juli 2016 organiseert StudieArena het Landelijke Studiedag Dementie bij mensen met een Verstandelijke Beperking. Tijdens deze studiedag is er een sessie over dagbeleving en activering.