Meer aandacht voor palliatieve zorg
Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder en krijgen te maken met typische ouderdomsproblemen. Zoals een verhoogd risico op vallen en zintuiglijke problemen, maar ook dementie. Daarbij zet de ouderdom op een jongere leeftijd in en verloopt het verouderingsproces sneller. Het feit dat zij daarnaast ook cognitieve en sociaal-emotionele beperkingen hebben, maakt hen extra kwetsbaar. Zeker in de laatste levensfase.
De zorg voor deze kwetsbare groep vraagt heel wat van jou als zorgprofessional. De nadruk van je werk komt te liggen op het verlichten van symptomen, overnemen van zelfzorgtaken en het bieden van comfort en emotionele ondersteuning.
Het liefst wil je deze zorg zo goed mogelijk met de bewoner afstemmen, maar dit is niet altijd eenvoudig. Want hoe krijg je echt contact met cliënten als communiceren niet meer vanzelfsprekend is? Wat zijn hun specifieke zorgbehoeften en hoe sluit je hierop aan? Hoe zorg je ervoor dat je geen (pijn)signalen mist? Hoe betrek je de familie, mantelzorgers en het netwerk van zorgverleners? En hoe bespreek je ethische dilemma’s en praat je over verliessituaties en de naderende dood van de bewoner zelf of iemand uit zijn nabije omgeving?
Deze en vele andere vragen kwamen aan bod tijdens de studiedag Zorg in de laatste levensfase voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze studiedag vond plaats op 12 december 2016 en werd georganiseerd door StudieArena in samenwerking met V&VN Verstandelijk Gehandicaptenzorg, IKNL en KansPlus.
Een programma dat bestond uit praktische workshops en een bijzonder plenair programma met o.a. een theatervoorstelling gespeeld door mensen met een verstandelijke beperking.