W
1
.1 Pijn als oorzaak van probleemgedrag
Mensen met gevorderde dementie laten vaak moeilijk hanteerbaar gedrag zien. Er zijn veel factoren die dit kunnen veroorzaken. Van de mogelijke oorzaken krijgt pijn meestal weinig aandacht. Mensen met dementie kunnen niet altijd goed duidelijk maken dat ze pijn hebben. Hoe kun je als zorgverlener pijn herkennen en zo mogelijk verminderen? Tijdens deze workshop krijg je aan de hand van de Sta Op! methode, filmmateriaal en casuïstiek meer inzicht in het herkennen van en inspelen op pijn.
Marjoleine Pieper, onderzoeker EMGO+ Instituut VUmc en Sandra Blommestein, verpleegkundige en trainer STA-OP! methodiek Amstelring
|
W
2
.1 Grip op probleemgedrag
Richtlijnen ten aanzien van probleemgedrag worden in de praktijk te weinig gevolgd, waardoor er vaak wordt teruggegrepen op vrijheidsbeperkende maatregelen of gedragsbeïnvloedende medicijnen. ‘Grip op Probleemgedrag’ is een gestructureerd programma, ontwikkeld in samenspraak met mensen uit de praktijk. Grip maakt deze richtlijnen concreet, zodat ze daadwerkelijk kunnen worden toegepast. Aan de hand van praktijkvoorbeelden leer je zelf grip te krijgen op probleemgedrag van je cliënten.
Sandra Zwijsen, onderzoeker EMGO+ Instituut VUmc en Hanne van Oversteeg, teamleider verpleeghuis Anna Schotanus
|
W
3
.1 Invloed van omgevingsfactoren op gedrag
Gedrag van mensen met dementie is sterk afhankelijk van de omgeving. Dit komt door het verlies van het denkvermogen. Een gunstige (stressvrije) omgeving kan ongewenst gedrag voorkomen. Wat is een gunstige omgeving en hoe zorg je hiervoor? Deze workshop biedt vooral praktische oefeningen, waarbij een acteur laat zien wat de invloed van de omgeving is.
Dionne Schellekens, opleider, trainer en adviseur HAN/VDO en Linda Willems, trainer en acteur Generatie Eigen-wijze
|
|
W
2
.2 Omgaan met een delier
Acuut optredende verwardheid, het delier, komt bij ouderen regelmatig voor, zeker bij mensen met dementie. Dat komt omdat de hersenen van ouderen sneller ontregeld raken door bijvoorbeeld een infectie of een operatie. Er is vaak sprake van aandachtstoornissen, verwardheid en hallucinaties. Voor de cliënt zelf, maar ook voor familieleden en andere betrokkenen, kan dit een angstige ervaring zijn. Hoe herken je een delier, zeker als er sprake is van een 'stil delier', en wat kun je als zorgverlener doen om erger (een opname) te voorkomen? En hoe betrek je de mantelzorger hierbij? Bij deze workshop leer je hoe te handelen bij een delier.
Saskia Danen, verpleegkundige, gezondheidswetenschapper en trainer Zorg4Zorg
|
O
3
.2 De invloed van je eigen gedrag
Komt onbegrepen gedrag voort uit agressie of verdediging? Kan het zijn dat ons gedrag en de omgeving zo'n grote invloed heeft op de cliënt dat deze zichzelf moet verdedigen? Hoe komt het eigen gedrag over op de cliënt en wat voor reactie levert dat op? En als de interactie goed gaat, wat kun je dan hiervan leren? De 'Reflectietool' leert het eigen gedrag te spiegelen. Tijdens deze oefensessie ervaar je het belang van gestructureerde reflectie en maak je actief kennis met de Reflectietool als instrument hiervoor.
Barbara Oppelaar, trainer en acteur Ervarea
|
W
1
.3 Depressie en apathie
Veel mensen die lijden aan dementie zijn ook depressief. Dit gaat vaak gepaard met apathie. Hoe herken je depressie bij mensen met dementie en hoe voorkom je dit? Hoe ga je om met apathie en hoe is depressiviteit het best te behandelen? Deze workshop biedt veel praktijkoefeningen plus de inhoudelijke achtergrond.
Margje Mahler, psycholoog Stichting Kalorama en adviseur Kennis door Verbinding in samenwerking met een EVV'er
|
W
2
.3 Depressie en apathie
Veel mensen die lijden aan dementie zijn ook depressief. Dit gaat vaak gepaard met apathie. Hoe herken je depressie bij mensen met dementie en hoe voorkom je dit? Hoe ga je om met apathie en hoe is depressiviteit het best te behandelen? Deze workshop biedt veel praktijkoefeningen plus de inhoudelijke achtergrond.
Margje Mahler, psycholoog Stichting Kalorama en adviseur Kennis door Verbinding
|
D
3
.3 Geen gesloten afdelingen meer
De meeste mensen met dementie wonen op 'gesloten afdelingen'. Dit biedt veiligheid en zekerheid, maar is ook een vorm van vrijheidsbeperking. Is een gesloten afdeling eigenlijk wel nodig? Zijn we niet te voorzichtig? En zo ja, hoe kan het anders? Welke voordelen biedt een open afdeling en wat zijn de risico’s ? Een fundamenteel debat over voor- en nadelen van open en gesloten inrichtingen.
Ruud Dirkse, auteur, trainer en directeur zorginnovatiebureau DAZ
|
W
1
.4 Gerontopsychiatrie in het verpleeghuis
Het aantal cliënten met een psychiatrische aandoening in verpleeg- en verzorgingshuizen neemt toe. Deze groep mensen vertoont meer splitsend, claimend of theatraal gedrag en is daardoor vaak op een negatieve manier sfeerbepalend op de woongroepen. Aan de hand van voorbeelden leer je hoe je deze cliënten een goed leven biedt en hoe je tegelijkertijd een prettige werk- en leefomgeving creëert. Ook leer je gedrag van cliënten met een psychiatrische aandoening te herkennen en hier goed mee om te gaan.
Gerke de Boer, verpleegkundige en schrijver
|
W
2
.4 Gerontopsychiatrie in het verpleeghuis
Het aantal cliënten met een psychiatrische aandoening in verpleeg- en verzorgingshuizen neemt toe. Deze groep mensen vertoont meer splitsend, claimend of theatraal gedrag en is daardoor vaak op een negatieve manier sfeerbepalend op de woongroepen. Aan de hand van voorbeelden leer je hoe je deze cliënten een goed leven biedt en hoe je tegelijkertijd een prettige werk- en leefomgeving creëert. Ook leer je gedrag van cliënten met een psychiatrische aandoening te herkennen en hier goed mee om te gaan.
Gerke de Boer, verpleegkundige en schrijver
|
D
3
.4 Werkdruk oorzaak van probleemgedrag?
Goed omgaan met onbegrepen gedrag is niet makkelijk. Er worden veel goede interventies en richtlijnen bedacht, maar in de praktijk is het soms moeilijk deze goed toe te passen. Hoe komt dat? Is het een gebrek aan tijd? Of heeft het te maken met tekort aan scholing en voorbereiding op moeilijke situaties? En welke rol speelt de verzorgende zelf? Na een eye-opener-introductie, ga je met elkaar in debat aan de hand van praktijkvoorbeelden over onbegrepen (probleem)gedrag.
Gerke de Boer, verpleegkundige en schrijver
|
W
1
.5 Probleemgedrag bij niet-aangeboren hersenletsel
Bij ouderen die getroffen zijn door een hersenbeschadiging zijn veranderingen in het gedrag en emoties veelal onvermijdelijk. Concentratiestoornissen, geheugenproblemen, verminderde belangstelling, afgevlakte of juist versterkte emoties zie je vaak terugkomen. De cliënt moet zichzelf in feite herontdekken. De naasten staan voor de moeilijke taak hoe om te gaan met deze vaak ingrijpende veranderingen. Deze workshop biedt praktische inzichten voor zorgverleners.
Hans van Dam, docent en consulent niet-aangeboren hersenletsel
|
|
|
|
|
O
3
.6 Van goede observatie naar de juiste interventie
Je signaleert probleemgedrag bij een cliënt en wil dit bespreekbaar maken met de GZ-psycholoog. Het kan daarbij lastig zijn om precies duidelijk te maken wat er aan de hand is. Als je op een goede manier observeert en je de situatie helder kunt verwoorden ben je als verzorgende beter in staat om samen met de psycholoog een plan van aanpak te maken. Tijdens deze oefensessie leer je goed observeren en dat zo duidelijk mogelijk om te zetten in praktische acties.
Theo Hazelhof, senior GZ-psycholoog Vitalis Woonzorggroep en auteur Dementie en psychiatrie
|
W
1
.7 Omgaan met onbegrepen gedrag thuis
Bij thuiswonende mensen met dementie doen zich dikwijls crisissituaties voor, doordat de fysieke of psychische situatie plotseling achteruit gaat en bijbehorend onbegrepen (probleem) gedrag optreedt. Hoe voorkom je dat de situatie thuis escaleert en dat mensen met dementie onnodig worden opgenomen? Hoe betrek je de mantelzorgers hierbij? Aan de hand van de ervaringen van een extramuraal consulententeam leer je verantwoord om te gaan met deze complexe situaties.
Rob Winkens, geriatrieverpleegkundige en Jos Stevens, programmamanager Zorgontwikkeling & Innovatie Stichting Cicero Zorggroep
|
W
2
.7 Omgaan met onbegrepen gedrag thuis
Bij thuiswonende mensen met dementie doen zich dikwijls crisissituaties voor, doordat de fysieke of psychische situatie plotseling achteruit gaat en bijbehorend onbegrepen (probleem) gedrag optreedt. Hoe voorkom je dat de situatie thuis escaleert en dat mensen met dementie onnodig worden opgenomen? Hoe betrek je de mantelzorgers hierbij? Aan de hand van de ervaringen van een extramuraal consulententeam leer je verantwoord om te gaan met deze complexe situaties.
Rob Winkens, geriatrieverpleegkundige en Jos Stevens, programmamanager Zorgontwikkeling & Innovatie Stichting Cicero Zorggroep
|
I
3
.7 Psycholoog als teamcoach
Hoe zorg je er als (beginnend) psycholoog binnen een instelling voor om in samenwerking met verzorgenden goede zorg te verlenen? Hoe kan je het team optimaal coachen bij het zoeken naar alternatieve oplossingen bij probleemgedrag. Hoe kom je tot een gezamenlijk plan van aanpak en ga je om met weerstand? Aan de hand van casuïstiek wordt er dieper op deze vraagstukken ingegaan. Een inspiratiesessie voor de (beginnend) psychologen, SPV-ers en gespecialiseerd verpleegkundigen.
Maritza Allewijn, directeur PgD en ouderenpsycholoog Vivium Zorggroep
|
W
1
.8 Bewegen en activeren
In de praktijk wordt bij onbegrepen gedrag vaak een snelle oplossing gekozen zoals rustgevende medicatie of fixeren. Vaak met averechts resultaat. Want wat is de oorzaak van het gedrag? Is er sprake van verveling of faalangst? Juist dan is het belangrijk cliënten te activeren en aan te zetten tot bewegen. Maar hoe verleid je mensen tot bewegen? In deze workshop leer je van praktijkvoorbeelden, waarbij mensen met gedragsproblemen zijn ondersteund met een actief bewegingsprogramma.
Lenie Vermeer, GZ-psycholoog Lelie Zorggroep en Azmi Alubeid, bewegingsagoog welzijnsteam Verpleeghuis Oudshoorn Rijnland Zorggroep
|
W
2
.8 Bewegen en activeren
In de praktijk wordt bij onbegrepen gedrag vaak een snelle oplossingen gekozen zoals rustgevende medicatie of fixeren. Vaak met averechts resultaat. Want wat is de oorzaak van het gedrag? Is er sprake van verveling of faalangst? Juist dan is het belangrijk cliënten te activeren en aan te zetten tot bewegen. Maar hoe verleid je mensen tot bewegen? In deze workshop leer je van praktijkvoorbeelden, waarbij mensen met gedragsproblemen worden ondersteund met een actief bewegingsprogramma.
Lenie Vermeer, GZ-psycholoog Lelie Zorggroep en Azmi Alubeid, bewegingsagoog welzijnsteam Verpleeghuis Oudshoorn Rijnland Zorggroep
|
W
3
.8 Mantelzorgparticipatie en persoonsgerichte zorg
In de persoonsgerichte zorg gaat het om het echt leren herkennen van de persoon met dementie, de persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden die hij of zij heeft. Hierbij wordt het betrekken van de mantelzorger vaak vergeten, terwijl zij een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het zorgproces, zeker in geval van moeilijk hanteerbaar gedrag. Tijdens deze workshop leer je aan de hand van praktijkvoorbeelden om samen met de mantelzorger invulling te geven aan persoonsgerichte zorg.
Maddy Blokland, coördinator NKOP en Aukje Post, manager DCM Nederland
|
W
1
.9 Aan- en afleren (probleem)gedrag
Gedragsverandering hoort onvermijdelijk bij dementie. Gedrag wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de omgeving. Hoe kan je de oorzaken van het ontstaan van gedrag wegnemen en kan je moeilijk hanteerbaar gedrag bijsturen? Het lerend vermogen van mensen met dementie kan hierbij behulpzaam zijn. In deze sessie gaan deelnemers aan de slag met het toepassen van het lerend vermogen bij ‘lastig gedrag’ als boosheid, roepen en dwalen.
Ruud Dirkse, auteur, trainer en directeur zorginovatiebureau DAZ
|
W
2
.9 Aan- en afleren (probleem)gedrag
Gedragsverandering hoort onvermijdelijk bij dementie. Gedrag wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de omgeving. Hoe kan je de oorzaken van het ontstaan van gedrag wegnemen en kan je moeilijk hanteerbaar gedrag bijsturen. Het lerend vermogen van mensen met dementie kan hierbij behulpzaam zijn. In deze sessie gaan we aan de slag met het toepassen van het lerend vermogen bij ‘lastig gedrag’ als boosheid, roepen en dwalen.
Ruud Dirkse, auteur, trainer en directeur zorginovatiebureau DAZ
|
|
W
1
.10 Stemmingsmanagement
Het welbevinden van de cliënt hangt samen met mogelijke ontsporing van gedrag. Hoe bewaak je het welbevinden? Hoe kun je stress en stemmingswisselingen zien aankomen en daar adequaat op reageren? Vroegtijdige herkenning van gedrag dat dreigt te ontsporen biedt de mogelijkheid om preventief te handelen. Hoe doe je dat? Een praktische workshop gericht op verzorgenden.
Frans Hoogeveen, lector Psychogeriatrie De Haagse Hogeschool
|
W
2
.10 Minder cure, meer care
Dementiezorg is ‘care’, geen ‘cure’. De primaire taak van behandelaren in de dementiezorg is dan ook een bijdrage te leveren aan een optimale kwaliteit van leven van mensen met dementie en hun naasten, ieder vanuit zijn of haar eigen specifieke deskundigheid. Dat vraagt om een brede kijk op kwaliteit van leven en op de eigen taakstelling. Behandelaren zouden meer dan nu het geval is hun traditionele bril moeten afzetten. Welke kansen zijn er om beter samen te werken?
Frans Hoogeveen, lector Psychogeriatrie De Haagse Hogeschool
|
C
3
.10 Leren van Casussen
Leren van Casussen is een methode om aan de hand van actuele casuïstiek probleemgedrag te analyseren. Met tekst, beeld en geluid wordt een casus van een cliënt besproken. Wat is het probleem, wat is de oorzaak en hoe is het probleemgedrag stapsgewijs aan te pakken. Ook het resultaat komt in beeld: hoe gaat het nu met de cliënt? Vervolgens leer je deze methodiek toe te passen aan de hand van zelf ingebrachte casuïstiek.
Paul Knippers, consulent CCE
|
W
1
.11 Teamondersteuning en integrale aanpak
Omgaan met probleemgedrag en het voorkomen hiervan vraagt een goede samenwerking en een veilige sfeer binnen een team. Het is daarbij belangrijk de cliënt erg goed te kennen, waarbij nauwkeurig wordt gekeken naar de functie van het gedrag, het ontwikkelen van een begeleidingsstijl op maat en het beïnvloeden van omgevingsfactoren. Aan de hand van diverse praktijkvoorbeelden in deze sessie leer je om met het eigen team probleemgedrag integraal aan te pakken.
Martin de Vor, consulent CCE
|
W
2
.11 Teamondersteuning en integrale aanpak
Omgaan met probleemgedrag en het voorkomen hiervan vraagt een goede samenwerking en een veilige sfeer binnen een team. Het is daarbij belangrijk de cliënt erg goed te kennen, waarbij nauwkeurig wordt gekeken naar de functie van het gedrag, het ontwikkelen van een begeleidingsstijl op maat en het beïnvloeden van omgevingsfactoren. Aan de hand van diverse praktijkvoorbeelden in deze sessie leer je om met het eigen team probleemgedrag integraal aan te pakken.
Martin de Vor, consulent CCE
|
I
3
.11 Creativiteit als oplossing voor ongewenst gedrag
Hoe kan je alternatieve interventies bedenken voor probleemgedrag? Nachtzorg in pyjama om dwalende bewoners te stimuleren weer te gaan slapen is een voorbeeld van een creatieve aanpak waarbij de beleving en emotie van cliënten wordt aangesproken. Tijdens deze inspiratiesessie leer je out-of-the-box te denken aan de hand van creatieve voorbeelden rondom het beïnvloeden van (ongewenst) gedrag.
Hans van Wetten, verpleegkundige en manager PG Land van Horne
|
|
|
|
|
|
O
3
.13 Boosheid en agressie verminderen door Shantala
Boze of agressieve cliënten kunnen zeer bedreigend overkomen. Hoe verzorgenden daarop reageren, is van invloed op het gedrag van de cliënt. Shantala Speciale Zorg is een aanrakingsmethode die boosheid en agressie op een positieve manier kan beïnvloeden. Tijdens deze actieve sessie leer je hoe een respectvolle aanraking lichamelijke spanningen, die gepaard gaan met boosheid en agressie, kan verminderen.
Marca van de Broek, docent Shantalamassage en bewegingsagoog ORO
|