Verveling en inactiviteit is een bron van veel problemen

5 maart 2015 Verveling en inactiviteit is een bron van veel problemen

Veel oudere mensen, zeker mensen met dementie, bewegen heel weinig. Ruud Dirkse van zorginnovatiebureau DAZ maakt zich hier boos om. “Ik zie het nog te veel: mensen vervelen zich enorm en willen op pad. Maar familie en personeel van zorginstellingen zijn bang dat ze verdwalen. Of dat er ongelukken gebeuren. Ja natuurlijk kan dat gebeuren. Maar de gevolgen van de huidige zorgaanpak zijn veel ernstiger.” En dus luidt Ruud de noodklok.

Is het zo ernstig dat je alarm moet slaan?
“Er zijn zorginstellingen waar ik echt de goede beweging zie, letterlijk en figuurlijk. Maar de cijfers blijven confronterend: van alle mensen in verpleeghuizen is 95% inactief. Dit betekent dat ze het minimum aan twee keer per jaar twintig minuten bewegen niet halen. Nederland is kampioen gesloten deurenbeleid, we laten mensen in hun stoel zitten of in bed liggen en vinden het vervolgens raar dat ze probleemgedrag gaan vertonen. Ik vind dat een volstrekt normale reactie; je zou er zelf toch ook gek van worden om niets om handen te hebben? Mensen in verpleeg- en verzorgingshuizen en al die ouderen die nog thuis wonen, moeten tot beweging verleid worden. Verveling en inactiviteit is een bron van veel problemen.”

Maar er gebeurt toch al heel veel?
“Ja, initiatieven en innovaties genoeg. Dat moedig ik ook heel erg aan en op veel plekken slagen projecten. Maar wat zie je ook gebeuren? Er wordt een beweegtuin geopend, maar na enkele weken zitten de ouderen in de tuin en zie je zorgverleners en vrijwilligers rennen en vliegen met kopjes koffie. Mensen kijken naar de tuin, in plaats van erin te bewegen. Of erger, de tuin wordt helemaal niet meer gebruikt. Soms komt het omdat de tuin door een plaatselijke hovenier is aangelegd in plaats van door een specialist. Vaker nog zie je dat de tuinen niet goed gebruikt worden. Ideeën en beleidsplannen zijn er meer dan genoeg, voorzieningen worden getroffen, maar het schort in de uitvoering. Een mooie tuin is een begin van een veranderproces, niet het eind. Dat is een gemiste kans en zonde van de investering.”

Wat is er nodig om ouderen meer te laten bewegen?
“Er moet ten eerste meer bekendheid komen over het belang van bewegen, waarom het zo goed is om te blijven bewegen. Luister hiervoor naar de bevlogen neuropsycholoog Erik Scherder. Ik kan het niet beter verwoorden dan hij. Ik denk verder dat verzorgenden een belangrijke rol kunnen gaan spelen in de beweegstimulering, door bewegen in allerlei dagelijkse handelingen te stimuleren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is vanaf begin 2015 op basis van de bouwstenen aan het bekijken of bewegen een integraal onderdeel is van de dagelijkse zorg. Terecht vind ik. Maar ook hier zeg ik: dit op papier zetten is niet voldoende. Er is een cultuurshift nodig: naar minder overnemen en verantwoord risico’s nemen. Daar gaat tijd overheen en er is training voor nodig. Goede voorbeelden kunnen inspireren. Een eerste stap maak je al door jezelf af te vragen: wat kan iemand zelf? In de dagelijkse handelingen kun je iemand namelijk heel veel laten bewegen, dat hoeft dus echt niet van een uurtje fysiotherapie te komen. Bewegen is geen therapie, maar een essentieel onderdeel van ieders dagelijks leven.”

Hoe zit het met de veiligheid?
“In plaats van dat we kijken hoe we de kwaliteit van leven kunnen verhogen, dekken we ons in met allerlei juridische constructies. Laat dat los! Risico’s horen bij het leven en dus ook bij de zorg. Als je alle risico’s wilt afdekken geeft dat weer heel andere problemen, zoals verveling. Denk aan de mogelijkheden: is dat deurslot echt nodig? Ik schat in dat het deurslot slechts voor 5 tot 10 procent van de bewoners echt nodig is. Steeds meer instellingen zetten de deuren gelukkig weer open. Organiseer dat cliënten elkaar gaan helpen en hou op met mensen op ziektebeeld te sorteren en hun ziekte centraal te stellen. Zorg dat generaties elkaar ontmoeten, dan volgt bewegen vaak vanzelf. Risico’s zijn ook op een andere manier te verkleinen. Met gerichte begeleiding en ondersteuning is het mogelijk om mensen met dementie een vaste route aan te leren. De voordelen hiervan zijn groot, zowel voor de persoon met dementie zelf als voor de personen in diens omgeving. Mensen kunnen langer thuis wonen en deurcodes zijn niet nodig.”

En wat levert dat nou op?
“Laat ik het illustreren met een voorbeeld. Er was een dame die erg veel aandacht vroeg van de verzorging en andere bewoners hadden last van haar. Ze wilde van de afdeling af, maar het deurslot hield haar tegen. We hebben haar in stappen geleerd om de krant te halen bij de receptie. Eerst hebben zorgverleners haar de deurcode leren bedienen en toen de route naar de receptie laten oefenen. En de route weer terug. Dat kost tijd, maar daar waren vrijwilligers voor te vinden. Nu haalt ze iedere dag de krant en die brengt ze naar de andere bewoners. Er wordt fundamenteel anders naar haar gekeken: in plaats van een lastpak is ze een dienstbare medebewoner. Het maakt haar weer tot een ander mens. Het grootste probleem? Dat er op zondag geen krant is, daarom ligt er nu een tijdschrift voor haar klaar.”

Ruud Dirkse is gastspreker op het Landelijk Congres Bewegen en activeren in de ouderenzorg.

Bron: Arena Magazine